Verlang jij ook naar de Griekse zomer? Hier hebben we 56 Griekse zinnen en woorden verzameld waarmee je je koffer kunt vullen, als we eindelijk weer kunnen reizen 💕
Er is weinig waar we meer naar verlangen dan zijdezacht zand tussen onze tenen te voelen, terwijl we genieten van een verfrissende frappé en onze vakantiepuls verlagen op een Grieks droomeiland. Terwijl we wachten tot de reispoorten weer opengaan en we eindelijk aan nieuwe avonturen kunnen beginnen naar onze favoriete bestemming, genieten we daarom liever van de planning — en bereiden we ons zo goed mogelijk voor!
We hebben al een aantal handige zinnen en woorden geleerd die van pas zullen komen op vakantie in Spanje en Albanië, en nu is het eindelijk tijd voor Griekenland. Om het ons wat makkelijker te maken, heeft onze Griekse collega Anastasia voor ons vertaald — en de woorden geschreven zoals ze zijn wordt uitgesproken.
Een heel ander alfabet kan snel worden volledig Grieks voor ons… ..

Hoi! — Jas!
Goedendag — Kalimera
Goedenavond — Kalispera
Tot ziens — Anti / Ta leme
Ja nee — Nee / Oh
Bedankt — Efharist
Sorry — Tekenåmi
Alsjeblieft — Parakalå
Spreekt u Engels? — Milate Anglica?
Ik spreek geen Grieks — De milaå ellinika
Ik snap het niet — De Catalaanse rivier

Pardon — Tekenåmi
Waar is — Po in?
Ik ben verdwaald — Ehh hathi
Ik moet gaan — Thelå na paå ..
Ik heb een taxi nodig — Hriazåme taxi
Is het dichtbij/ver weg? — Ine kånta / makria?
Waar is het bus-/treinstation? — po ine i stasi / stathmås treno
Rechts — Deksia
Links — Aristora
Open — Anihta
Gesloten — Klista

Een tafel (voor twee) alstublieft — Ena trapezi gia diå, parakalå
Het menu van vandaag — Tå meno tis imeras
Ik ben een vegetariër — Ime haar teen gans
Bediende — Serveerster
Mat — Fagit
Vlees — Kreas
Kip — Kåtåpolå
Vis — Psari
Zeevruchten — Thalassina
Drankjes — ondernemen
Water — Omlaag
Bier — Bira
Wijn — Krasi
Kan ik de rekening krijgen? — Teen lagere aria, parakalå
Bedankt voor het eten! — Efharistå gia to fagitå!

Wat is je naam — Is se lene?
Mijn naam is — ik leen..
Hoe gaat het met jou? — Weet je?
Goed en jij? — Kala, esi?
Waar kom je vandaan? — Ap po is?
Ik kom uit — Ime apå tin ..
Aangenaam — Harika
Waar gaan we naartoe — Pam?
Wilt u meedoen? — Thelis na erthis mazi?
Wanneer — Piet?

Helpen — Våithia
Kan je me alsjeblieft helpen? — Bårite na me voithisete?
Politie — Astinåmia
Dokter — Jatrs
Ziekenwagen — Asthenåfårå
Ik ben ziek — Ime aråstås / aråsti
Ik heb hier pijn — Pnaå edå