Onderweg in de vallei van de palmen – Reisverslag Saoedi-Arabië – reisberichten

Als we bij Wadi Al Disah aankomen, parkeren we onze huurauto direct bij de ingang. Met onze kleine Honda komen we hier niet ver. We observeren hoe een terreinwagen zich door een riviervallei worstelt. Alleen de bestuurderscabine is nog te zien, deze steekt als de kop van een krokodil uit het water. Eigenlijk wilden mijn vriend en ik door de vallei wandelen. Een gek idee, zoals we nu ontdekken. Vooral omdat ik een lange rok draag. En nu? Er gaan slechts enkele ogenblikken voorbij als een man zijn oude Landrover naast ons tot stilstand brengt en zwijgend naar de achterbank wijst: Stap in, alstublieft. Wij aarzelen niet lang. Het is het begin van een halsbrekende reis door Wadi al Disah in Saoedi-Arabië, de Valley of the Palms.

Wadi al Disah

Een plaatselijke vriend had de wadi aangeprezen als een “verborgen juweeltje”. Het zal niet lang meer duren voordat het landschap zijn belofte waarmaakt. Terwijl we door het water rennen, ontvouwt zich een achtergrond van absurde schoonheid om ons heen. Rechts en links rijzen rotswanden in gloeiende rode tinten op, waarvan sommige wel 500 meter hoog zijn. De vallei ligt er als een oase tussen. Jaar in, jaar uit stroomt het water door het westen van de wadi. De beek bloeit met palmbomen, hoog gras, citroenbomen en muntstruiken, een groene tuin midden in de woestijn.

Wadi al Disah

Als je Wadi Al Disah wilt verkennen, moet je naar het noordwesten van Saoedi-Arabië reizen. De vallei maakt deel uit van het natuurreservaat Prins Mohammed bin Salman, dat in 2018 bij koninklijk besluit werd ingehuldigd. In de jaren die volgen zullen er miljoenen vloeien in het behoud van flora en fauna. Als prins Mohammed bin Salman en zijn ‘Visie 2030’ hun zin krijgen, zal het toerisme in de toekomst een steunpilaar voor Saoedi-Arabië zijn. De olie zal immers niet eeuwig blijven stromen, dat weten de vorsten maar al te goed.

Wadi al Disah

Op deze vrijdag in maart 2022 reisden echter slechts enkele toeristen naar de Valley of the Palms. De meeste zijn huiselijk: gesluierde vrouwen poseren en maken foto’s voor palmbomen; een paar gezinnen die picknicken in de schaduw van de kliffen; jonge mannen die zand en water veroveren in een terreinwagen en tegen ons roepen: “Welkom, welkom!”. Aan de rand van de oever wacht een bedoeïen op een lift. Met een ruk komt de Landrover tot stilstand en de oude heer klimt op de passagiersstoel. Als begroeting wendt hij zich tot ons. Zijn glimlach is vriendelijk en tandeloos.

We rijden met ons vieren verder en blijven stil. Enerzijds omdat ons Arabisch op zijn best fragmentarisch is. Aan de andere kant maakt het landschap ons eerbiedig en stil. Er is niets anders te horen dan het gebrul van de motor. Steeds weer moeten we bukken om niet door het gras geraakt te worden. Wij zijn niet altijd snel genoeg. Midden op de rivier geeft de bedoeïen de chauffeur een teken om te stoppen. In zijn lange gewaad klimt hij uit de Land Rover en het enkeldiepe water in. Dan verdwijnt hij in het struikgewas van de rietbossen. ‘Thuis,’ zegt onze chauffeur, wijzend naar de plek waar de oude heer nog net te zien was. Thuis. Ik stel me even voor hoe het dagelijkse leven van de bedoeïenen in de Vallei van de Palmen eruit zou kunnen zien, en dan vervolgen we onze weg.

Wadi al Disah

Het was nooit onze bedoeling om naar Saoedi-Arabië te gaan. Het toeval bracht mij en mijn vriend naar Tabuk, een grote stad in het noordwesten van het land, ongeveer 250 kilometer van Wadi Al Disah. De eerste weken voelde ik me vaak zelfbewust, soms ook verloren: wat zou ik als vrouw ervaren in het conservatieve Saoedi-Arabië? Ik had keer op keer gelezen en gehoord dat het land aan het veranderen was en zich in razend tempo openstelde. Zo zijn vrouwen niet langer verplicht een zwarte abaya en een hoofddoek te dragen. De meerderheid van de vrouwen die ik in Tabuk ontmoet, kleedt zich echter traditioneel. De meesten dragen een gezichtssluier. Voor mij als reiziger is mijn tijd in Tabuk een evenwichtsoefening tussen wat de wet toestaat en wat de samenleving daadwerkelijk accepteert.

In Wadi Al Disah laat ik al deze zorgen achter. De sfeer is ontspannen, de ontmoetingen zijn gereserveerd en tegelijkertijd vol gastvrijheid en warmte. Na ongeveer een half uur stopt onze chauffeur weer. Deze keer stapt hij uit, steekt een sigaret op en begint rustig te lopen. Wij doen hetzelfde. Als spoorzoekers volgen we het spoor van het water tot het abrupt eindigt. De man knikt tevreden en tikt meerdere keren met een stok op de rotsachtige plek. Tok, tok, tok. Later lezen we dat het water uit een onbekende bron midden in de vallei komt. Uit het niets.

Wadi al Disah

Het begin van de loop van de rivier is tevens het keerpunt van onze reis. Op de terugweg naar de parkeerplaats komen we een paar kamelen tegen – en een wandelaar in natte broek die zich blijkbaar niet liet afschrikken door het water. Zijn gezicht heeft de tevreden glimlach van een reiziger die een verborgen juweeltje heeft gevonden. Wij glimlachen terug.

Source: https://www.reisedepeschen.de/wadi-al-disah-in-saudi-arabien-unterwegs-im-tal-der-palmen/

Похожие записи