Waar het bos uit het water groeit
Eerlijk gezegd kwam deze badzone naar me toe vanwege de naam. De Plöner See, de grootste in Sleeswijk-Holstein, zou een plaats moeten krijgen, daar bestaat geen twijfel over. Maar die langgerekte hoek midden in een landschap van water, eilanden, bomen, dat is precies wat het moet zijn. Het Prince Island.
Ik heb nog geen idee van de geschiedenis van de plek, ik maak een levendige en onervaren wandeling. Het kraakt en kraakt, roept en ritselt in het bos. Mijn kleine wereldje thuis is open en weids, gewoon Noord-Fries. Maar zo nu en dan verlang ik naar een prachtig bos in dat laagland dat niet bepaald beplant is. En eenmaal teruggevonden, verschijnt het bos elke keer als een klein wonder, een droom uit andere tijden. Vanaf de parkeerplaats van het Prinzeninsel, dat zich tegenwoordig in de vorm van een schiereiland in de Großer Plöner See uitstrekt, gaat het eerst de Erlenbruch in. Glinsterend groen. Bird roept. Pure magie. Eenden lopen op een straaltje in het moerasland. Waarschijnlijk ben ik dus op het laatste deel van een vijf en een halve kilometer lang natuurpad beland dat van Plön naar het puntje van het Prinzeninsel leidt. Beetje bij beetje leer ik meer over de flora, fauna en geschiedenis van de plaats.
De route splitst zich direct achter het welkomstbord van Princes ‘Island. Een smal pad leidt langs de oever van het meer, het andere is breder en loopt door het midden. Er zijn waarschuwingen voor vallende bomen en takken, vooral bij storm. Waar je ook loopt, je kunt altijd de stemmen horen van mensen die parallel lopen vanaf het struikgewas. Soms klinken ze zo dicht bij de stilte om hen heen, alsof ze vlak achter me lopen. Na een tijdje land ik voor het strand van de prins. Maar waar baadt hij, de prins? Of zijn er meerdere? In feite hebben de prinsen van de familie Hohenzollern hier ooit gezwommen, en in hun vrije tijd wijdden ze zich aan de landbouw op het schiereiland. Nadat keizer Wilhelm II het schiereiland in 1910 had verworven, is het nog steeds in handen van zijn nakomelingen.
symfonie
Op het langgerekte, enigszins halvemaanvormige strand op het Prinzeninsel zie ik mezelf omringd door Zürzelbaum, wilg, esp, els en berk. Menig boom staat direct aan het strand, waar hij op hete zomerdagen voor de nodige schaduw zorgt. Het meer is lichtjes gekarnd, maar met het lange zacht glooiende water blijven de golven licht en levendig, hun spatten accentueert de zachte geluiden van het bos in deze symfonie van de natuur. Ik moet wat tijd besteden aan de schommels. Er is bijna niets beters op het strand dan schommelen in de lucht. Ten slotte loop ik de oever af, ontdek de picknickplaats en kijk uit naar riviermosselen en celibataire slakken in de waslijn. Maar wat ik vind zijn Europese modderslakken. Alleen aan de andere kant van het eiland kom ik echte kolonies mosselen in het water tegen.

Ter hoogte van het zwemgedeelte is het Prinzeninsel op sommige plaatsen slechts 30 meter breed. Bij deze taille kan ik overschakelen van de wilde naar de rustige kant van de Plöner See. Ik neem het middelste pad dat me leidt naar de boerderij in Nedersaksen, een vakwerkhuis met rieten dak uit de 18e eeuw. Tijd voor een pauze. Buiten. De Holstein-aardappelschotel en appelsapspritzer smaken heerlijk. Een groep dagjesmensen kan het restaurant bereiken vanaf de nabijgelegen steiger. Na de lunch kijk ik rond de steiger, bewonder het Plön-kasteel van ver, voordat ik naar het puntje van het eiland word getrokken. Last but not least was het de favoriete plek van de keizerin toen ze hier haar zoons bezocht. Klimop groeit over de bomen, een knappe muis haast zich over het trottoir.
Een zeeman passeert het puntje van het eiland, dat ook de favoriete plek van een kleine hond lijkt te zijn. Vol vreugde stampt hij ritmisch in het ondiepe water en slaagt hij er tegelijkertijd uit te drinken. Stenen sieren de kustzone, het water zo glashelder als bij de pier. Het schijnt groenblauw in de zon. Alle stukken land eromheen zien eruit als bomen die uit het water groeien. Eilandjes, oeverzones, alles wordt gedomineerd door het bos. Het grootste meer in Sleeswijk-Holstein is in delen tot 56 meter diep. Een grote dank aan de laatste ijstijd, want die is ontstaan uit de daaropvolgende ijstijd. Ik ga terug naar de Alder Quarry. Voorbij boomwortels die als gigantische reptielenpoten in de grond graven. Onderweg een klodder verf in de vorm van een rustende mot voor me.
Tekst en foto’s: Elke Weiler
onderhoud
U kunt de trein nemen naar Plön en dan ofwel te voet (drie kilometer naar de parkeerplaats) of met een rondvaartboot die tijdens de Plön-meertocht op het Prinzeninsel stopt, als u met de auto komt, kunt u dat doen op de parkeerplaats op het Prinzeninsel park, dan is het anderhalve kilometer naar het lido, dat gedurende het seizoen wordt bewaakt door de DLRG. Eindelijk nog 400 meter naar de Nedersaksische boerderij en vanaf daar 200 meter naar het puntje van het Prinzeninsel.